De leer van Lichtenauer
Hieronder lees je een korte uitwerking van het ‘merkvers’ van meester Lichtenauer, het rijmvers waarin hij de wijsheid van zijn leer, de krijgskunst met betrekking tot het langzwaard, uiteenzet. Dit is de zogenaamde 'Kunst Des Vechtens' ook wel de Duitse stijl of Lichtenauer-traditie/school genoemd.
Het origineel stamt uit de 14e eeuw en werd mondeling overgebracht door vers en vertelling, daar de meeste mensen niet konden lezen of schrijven. Een vers op rijm was dus een mooie manier om de leer snel verkort te leren, het merkvers heeft meer weg van een geheugensteun of checklist dan een leertekst.
Gelukkig heeft de latere meester Ringeck het Merkvers voorzien van commentaar en de nodige uitleg. Waar een passage uit Lichtenhauers merkvers vaak twee rijmregels heeft, is Ringecks uitleg over de zinnen soms een passage van een halve bladzijde. Sommigen zeggen dat de originele leer afstamt van het messervechten: het wapen dat werd gehanteerd door boeren en burgers. Deze ’messer’ waren messen, vaak ter grote van een zwaard, en hadden soms een handvat groot genoeg om met twee handen te gebruiken. Tegen de 15dee eeuw waren er zelfs ‘Grossmesser’, dit waren tweehandige zwaarden met het uiterlijk van een mes. De traditie om te spreken over de lange (kant) en de kurtzn (korte kant) stamt hier waarschijnlijk van af. Aangezien een messer aan één kant scherp was en soms gekromd, was deze snijkant daadwerkelijk langer.
De interpretatie van het vers is mogelijk gemaakt door beschikbare uitleg van latere meesters zoals Ringeck, Doebringer en Von Danzig. Het veel latere manuscript van Joachim Meyer is een directe afstammeling van dit gevechtssysteem en is mooi geschreven en geïllustreerd, wat de interpretatie van andere soortgelijke werken ten goede komt.
Basisprincipes
- Val aan (neem en behoud het initiatief)
- Verdedig met aanvallend potentieel (verdediging bevat aanval of terugname initiatief
- Gebruik sterk tegen zwak en zwak tegen sterk (zwak=bovenkant blad, sterk=onderkant blad)
- Gevoel (sterk zwak, Vor, Nach, Indes)
- Gebruik en beheers de afstand tussen jou en je tegenstander.
Het systeem berust op het behouden van het initiatief. Dit noemen we ‘Voor’ (Vor), terwijl je je tegenstander in het ‘na’ (Nach) wilt houden. Het Vor kun je herwinnen door waneer dit is verloren, gebruik te maken van preventieve of gelijktijdige tegenacties. Een sleuteltechniek is inschatting van tijd en de mogelijkheid om tegelijkertijd (Indes) met de actie van de tegenstander toe te slaan, waarmee men de tijd en mogelijkheid bij de tegenstander reduceert om een tegenactie in te zetten. Weringen moeten een aanval in zich hebben, een wering die alleen verdedigt laat de tegenstander in controle.
De vier basisgardes
De vier basishoudingen -hoede of gardes;
- Alber
- Ochs* (os)
- Pflug* (ploeg)
- Vom tach (vanaf het dak)
Gardes zijn begin- , eind- en tussentijdse posities of houdingen.
De 16 technieken
Lichtenauer benoemd in zijn merkvers een opsomming van 16 basis technieken. Er zijn nog meer technieken omdat er variaties zijn en men een techniek langs twee zijden kan toe passen of meerdere technieken kan combineren. Andere technieken worden verder in het merkvers omschreven maar werden blijkbaar niet als basistechnieken gezien.
Maisterhau / Meesterslagen
Alle meesterslagen worden gebruikt om zowel een bepaalde garde te overmeesteren (zie Versetzen) of om het initiatief terug te winnen als gelijktijdige tegenaanval tegen bepaalde aanvallen
1. Zornhau / De toornslag
Slag van boven (oberhau) geleverd van rechts. Kan ook worden gebruikt om een aanval te deflecteren.
2. Krumphau * / De kromme slag
Een roterende slag geleverd vanuit de polsen/voorarmen op het verticale vlak, waarbij men meestal de polsen aanvalt. Men slaat schuin vooruit. Punt naar voren zwaard in ongeveer 135 graden hoek ten opzichte van de onderarmen. Eventueel raakt men ook het plat van het zwaard van de tegenstander op een van de resonantieknopen.
3. Zwerchhau * / De zwerkslag (hemelslag)
Een roterende slag geleverd op het horizontale vlak meestal op hoofdhoogte maar ook naar andere doelen
4. Shielhau * / De schele of verdraaide slag
Een slag die het blad van de tegenstander opzij slaat om vervolgens langs het verplaatste wapen omlaag te slaan. Dit kan ook gezien worden als een roterende slag maar dan verticaal naar de tegenstander toe.
5. Sheitelhau / de schedelslag of kruinslag, of scheidende slag
Een uitgestrekte oberhau met de armen hoog gehouden om de tegenstander te in bereik te overtreffen als hij een laag doel aanvalt. De armen blijven op schouder hoogte of hoger. Men slaat naar het voorhoofd of top van de schedel van de tegenstander
Overige 11 basistechnieken
6. Verzetsen / verzetten
De toepasselijke slagen om de vier hoede of gardes tegen te gaan:
- Krumphau tegen Ochs
- Zwerchau tegen Vom Tag
- Shielhau tegen Pflug (en Langen ort)
- Shietelhau tegen Alber
- preventief
7 Nachreisen * / navolgen
Toeslaan tijdens de tegenstander zijn voorbereiding of na zijn uitvoering van een aanval.
- preventief
8. Uberlaufen / beter lopen
Aanval ontwijken en naar het dichtstbijzijnde doel aanvallen (bijvoorbeeld; Scheitelhau)
- Gelijktijdig
9 Absetzen * / opzij zetten
De Ochs & Pfluch offensief gebruiken
- Gelijktijdig weren vanuit een aanval en steken naar de tegenstander
10. Durchwechseln * / doorwisselen
Aanvalshoek veranderen om het doel te raken door uit binding draaien
Dit kan door de binding te verlaten maar ook door in de binding te blijven en toe te slaan met het gevest!
- Vanuit een binding, tegen sterke weerstand
11. Durchlauffen / doorlopen
Tot een worsteling komen om de tegenstander te werpen.
- Vanuit een binding of gelijktijdig
12. Zucken / rukkende beweging
Om een verdediging heen aanvallen, uit een binding trekken.
Meestal met een steek, maar kan ook met slag of snee zijn. Men overrompelt de tegenstander door effectief af te wisselen van doel, opening en aanvalsmethode.
- Vanuit een binding, tegen sterke weerstand
13. Abschneiden / afsnijden
Getrokken of geduwde snijbeweging tegen de polsen (of onderarmen)
- Gelijktijdig
14. Hände Trucken / handen drukken
Als Abschneiden maar dan tegen polsen of handen. Men weert op tegenstander zijn onderarmen en duwt de armen omhoog weg en omlaag zodat men bijna volledig rond de polsen snijd en de tegenstander opzij duwt.
- Gelijktijdig
15. Zwei Hangen * / twee hangers
Doorduwen om te steken vanuit de bindingen met de gardes Ochs of Pflug
- Vanuit een binding, tegen zwakke weerstand
16. Winden * / Winden of om elkaar draaien
Veranderen tussen de garde Ochs en Pflug (beide zijden) om in een binding voordeel te behalen door hefboomwerking
- Vanuit een binding, tegen sterke weerstand
De 16 technieken hierboven worden door Lichtenauer omschreven als de kern van de leer, de basisprincipes. Er zijn binnen de leer nog veel meer technieken zoals bijvoorbeeld duplieren, mutieren, anzetsen, schnappen en ausser abnehmen. Meer uitleg hierover vind je in ons examenprogramma.
Extra opmerkingen:
Slagen worden gemaakt van de ene garde naar de andere (door een derde volgens meester Meyer). Gardeposities bestaan om dit te ondersteunen, waaronder Kron ( het gevest voor je de punt omhoog) Langen Ort ( Langen Ort /lange punt: zwaard recht vooruit, punt op de tegenstander zijn armen vrijwel gestrekt zoals na het uitvoeren van een steek of halverwege een horizontale slag) en Nebenhut, waar de kling nabij de zijkant van de dij uitkomt na een neerwaartse slag). Veel slagen worden gemaakt op een ongewone manier. In plaats van dat de voorarm in hetzelfde vlak beweegt als het zwaardblad, beweegt het blad zich ongeveer in een hoek van 90 graden van de as van de onderarm. De voorarm roteert om dit mogelijk te maken. Wanneer men deze roterende slagen uitvoert, is het belangrijk om het gevest van het zwaard zo te houden dat de pareerstang vrijwel haaks staan op je knokkels. Het is bijzonder handig om hierbij de duim op het plat van het blad te leggen tijdens deze slagen.
Deze wijze van zwaard vasthouden is nuttig in bij alle in de lijst hierboven vermelde en met een asterisk gemarkeerde technieken technieken (*).
Deze tekst is oorspronkelijk opgezet door Adam (EHCG Chapter Leeds 2004) en vertaald door Merlyn Janssen, EHCG Chapter Tilburg, naar het Nederlands, met wat extra aanvullingen.